Apeldoorn gaat voor integrale samenwerking
Integraal werken is een kernwaarde voor de gemeente Apeldoorn geworden. Wat betekent dat concreet?
Foto op overzichtspagina: Nanda Sluijsmans
Wytze de Vries, Hoofd Programmabureau van Collectief Natuurinclusief, ziet dat natuur een belangrijke rol speelt in de openbare ruimte. De Vries: “Het is veel breder dan alleen groen. Natuur kan een oplossing zijn voor verschillende maatschappelijke opgaven.” Hij heeft het daarom over natuurinclusief: het integreren van natuur in de woon-, werk en leefomgeving. Zo kan natuur kan bijdragen een het bevorderen van gezondheid. Mensen maken makkelijker een wandeling door natuur en dit kan ook de mentale gezondheid verbeteren.
Volgens De Vries zijn er zo veel koppelingen te maken. Bijvoorbeeld met economie: “Als de werkomgeving groen is, verbetert het imago van het bedrijf, gaan medewerkers naar buiten in de pauze, stijgt het werkgeluk en daarmee de productiviteit.” Of de koppeling met woningbouw. “Niet alleen een groene, gezonde leefomgeving, maar ook biobased bouwen kan een enorme waardevolle kans bieden voor boeren.” Binnen het Collectief Natuurinclusief ziet De Vries dat voor traditionele beleggers de risico’s op hun beleggingen stijgen door een afname van de biodiversiteit. De stip op de horizon is volgens hem helder: we moeten naar een natuurinclusieve samenleving. De Vries: “Het maatschappelijk draagvlak is groot. En het is nu tijd voor concreet commitment van bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden om echt grote stappen in natuurinclusiviteit te gaan zetten.”
Collectief Natuurinclusief is een breed maatschappelijk initiatief, waarin bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, overheden, burgerinitiatieven en jongeren samenwerken op tien domeinen: bouwen, onderwijs, gezondheid, landbouw, energie, infrastructuur, water, bedrijventerreinen, financiën en vrijetijdseconomie. Het collectief werkt aan de transitie naar een natuurinclusieve samenleving in 2050. Dit betekent: een samenleving waarin natuur structureel wordt meegenomen in alle ruimtelijke, sociale en economische keuzes die we maken.
Utrecht heeft een lange traditie van zorgen voor natuur. Zo zijn er veel goede voorbeelden zoals geveltuintjes, vogelkastjes en ecologisch maaien. Ook worden stadsnatuur en klimaatadaptatie steevast meegenomen in gebiedsontwikkeling en bijvoorbeeld rioolvervangingsprojecten. Maar het werken aan een echte natuurinclusieve stad, zowel in groen, blauw als grijs, mag nog wel worden opgeschaald en het nieuwe normaal worden binnen de gemeente, stelt Albin Hunia, senior adviseur natuur. “We zijn nog maar net met deze opschaling begonnen”, aldus Hunia.
Utrecht is één van de snelst groeiende gemeenten en zal de komende decennia nog een grote schaalsprong doormaken. “Door de toevoeging van woningen en voorzieningen komt het bestaande groen onder druk te staan. Want het grondgebied van de gemeente wordt niet groter en het aantal inwoners neemt toe. Relatief gezien moeten we het groen met meer mensen delen”, vertelt Hunia.
Het Groenstructuurplan (2018) voorziet hoe het groen verbonden blijft in de stad, zowel het nieuwe als bestaand groen, en dat het groen ook daadwerkelijk een functie heeft. In de Ruimtelijke strategie van Utrecht (RSU40) (2021) is veel aandacht voor de hoeveelheid groen. En met de Utrechtse Soortenlijst (2021) waarborgt de gemeente de kwaliteit van het groen. Dit document stelt dat Utrecht wil beschermen wat er is en verlies wil tegengaan.
Maar er is meer nodig om natuurinclusief in de gemeente te normaliseren, stelt Hunia. “Dit vraagt een transitie, we moeten anders gaan nadenken. Van het beschermen van groen en het tegengaan van verlies, naar het ontwikkelen van groen.” Hierbij moet aandacht zijn voor de toekomst van natuur in de stad. Hoe kan groen de leefbaarheid van de stad bevorderen? Hoe blijft het groen adaptief?
De transformatie van de Merwedekanaalzone is een voorbeeld waarbij de gemeente op grote schaal natuurinclusief in een gebiedsontwikkeling heeft toegepast. Hier is een “Groen, tenzij”-wijkconcept gebruikt. Hunia: “Dit had consequenties voor bijvoorbeeld mobiliteit. Voetgangers en fietsers krijgen prioriteit en het gebied wordt autoluw.” Vanaf de initiatieffase is groen meegenomen, zowel in kwantiteit als in kwaliteit. En dat kan soms in kleine dingen zitten. “Zo vroegen we ons af, wat heeft de huismus precies nodig en hoe kunnen we daaraan voldoen?”. Volgens Hunia is het van belang dat iedereen hetzelfde verhaal draagt. “Mede dankzij tien verschillende projectontwikkelaars is dit goed gelukt. Ze zijn er echt mee aan de haal gegaan!”. En waar het niet lukte, is op een andere plek gecompenseerd voor specifieke diersoorten.
Illustratie via de gemeente Utrecht