Leiden zet openbare ruimte in als hefboom voor duurzamere leefomgeving
Bij de wijkaanpak van de Gasthuiswijk in Leiden greep men de rioolvervanging aan als kans om de openbare ruimte aan te pakken.
“De financiering van de openbare ruimte lijkt misschien een kwestie van cijfers en begrotingen, maar in werkelijkheid bepaalt het hoe we onze stad vormgeven. Terwijl de beschikbare ruimte afneemt, willen we er juist steeds meer mee doen.” zegt Oosterhoff. “We willen woningen bouwen, vergroenen, ruimte maken voor wateropvang en mobiliteit, en dat allemaal in een bestaande stad. Dan kun je niet meer in hokjes denken – ook niet in financiële hokjes.”
Oosterhoff legt uit dat de manier waarop gemeenten hun geld nu verdelen niet meer goed werkt. “Ons financiële systeem is bedacht in een tijd waarin we weilanden volbouwden. Toen ging het om investeren, bouwen, beheren en door. Nu bestaan onze opgaven vooral uit het vervangen en aanpassen van wat er al is.” Dat vraagt om een andere manier van omgaan met geld: niet meer allemaal losse potjes voor aparte projecten of afdelingen, maar juist samenwerken en het geld over een langere periode en tussen verschillende thema’s slim inzetten. Zo kun je beter plannen voor de hele levensduur van de openbare ruimte en zorgen dat investeringen echt bijdragen aan een toekomstbestendige stad.
Integrale financiering betekent dat geldstromen van verschillende beleidsvelden – zoals groen, water, infrastructuur en gezondheid – niet langer gescheiden worden ingezet, maar als onderdeel van één gezamenlijke investering. Van der Heijden: “Een goed voorbeeld is het denken in ‘total cost and benefits of ownership’. Stel, je plant groen langs een snelweg. Dat kost geld, maar het levert ook iets op: het stabiliseert de weg en draagt bij aan klimaatadaptatie en biodiversiteit. Dan hoort die batenkant óók bij je investering.” Dat klinkt logisch, maar in de praktijk is het nog niet vanzelfsprekend. “De meeste overheden kijken maar een paar jaar vooruit,” vult Oosterhoff aan. “De baten van een investering laten zich echter vaak pas na tientallen jaren zien, en komen vaak bij een andere partij terecht – bijvoorbeeld een zorgverzekeraar die profiteert van een gezondere leefomgeving. We moeten dus niet alleen anders financieren, maar ook anders kijken naar wie (en wanneer) er allemaal baat heeft bij een investering.”
Waar hebben we het eigenlijk over als we spreken van ‘de openbare ruimte? “In principe over alles wat van de gemeente is,” zegt Oosterhoff. “Van wegen, tunnels en bruggen tot bomen, speelplekken en wipkippen. Al dat kapitaal vertegenwoordigt enorme maatschappelijke waarde.”
Die waarde maakt de financiering ervan ook complex. “Een park, een riool of een plein raakt altijd meerdere belangen,” legt Van der Heijden uit. “Denk aan waterschappen, ontwikkelaars, energiebedrijven, maar ook bewoners en ondernemers. Door baathouders vroeg te betrekken – dus alle partijen die direct of indirect profiteren – kun je financiering breder organiseren en projecten robuuster maken.”
Een aansprekend voorbeeld is het Benthemplein in Rotterdam, waar investerings- en beheermiddelen van gemeente en waterschappen zijn samengebracht. Van der Heijden: “Als het droog is, is het een basketbalveld; als het regent, een opvangplek voor water. Zo los je meerdere problemen tegelijk op – met één investering.”
Praktijkvoorbeeld
Het Benthemplein in Rotterdam laat goed zien wat integrale financiering in de praktijk kan betekenen. Dit plein is niet zomaar een openbare ruimte, maar een slimme combinatie van wateropvang en een plek voor ontmoeting en beweging. Op droge dagen is het plein een levendige plek waar kinderen basketballen, jongeren samenkomen en buurtbewoners elkaar ontmoeten. Maar zodra het hard regent, verandert het plein in een ingenieus waterbergingsgebied: het regenwater wordt tijdelijk opgevangen in speciaal ontworpen bassins, waardoor omliggende straten en huizen beschermd blijven tegen wateroverlast.
Wat het Benthemplein bijzonder maakt, is dat de financiering niet uit één potje kwam. De gemeente Rotterdam werkte samen met het waterschap en gebruikte verschillende geldstromen: investeringen in waterbeheer werden gecombineerd met budgetten voor de kwaliteit van de openbare ruimte en innovatie. Hierdoor kon het plein niet alleen als technische oplossing voor waterproblemen worden gerealiseerd, maar kreeg de wijk er ook een aantrekkelijke, multifunctionele plek bij. Het project heeft zo niet alleen gezorgd voor minder wateroverlast, maar ook voor meer sociale samenhang, een hogere leefbaarheid en een sterkere identiteit van de buurt. Het Benthemplein is daarmee een inspirerend voorbeeld van hoe je met integrale financiering meerdere doelen kunt bereiken en verschillende partijen kunt verbinden aan één gezamenlijke investering.
De samenwerking tussen Oosterhoff en Van der Heijden begon binnen de City Deal Openbare Ruimte. Oosterhoff: “Die City Deal kwam voort uit drie parallelle initiatieven van de gemeenten Rotterdam en Amsterdam én het Rijk, allemaal gericht op de integrale vernieuwing van steden. In dat netwerk ontdekten we dat juist op het thema financiering nog veel te winnen viel.”
Hoewel het onderwerp aanvankelijk weinig populair was – “ontwerpers houden van plannen maken, controllers van regels,” grapt Oosterhoff – ontstond er een kleine, betrokken groep die met het thema aan de slag is gegaan. Van der Heijden: “We willen laten zien dat het kan. Dat je binnen bestaande wet- en regelgeving al meer kunt dan veel gemeenten denken. Het gaat misschien niet om gouden bergen, maar slimme combinaties kunnen wel degelijk de maatschappelijke waarde vergroten.” Hoewel de druk op ruimte en de samenloop van opgaven het grootst is in middelgrote en grote gemeenten, zien Van der Heijden en Oosterhoff ook kansen voor kleinere gemeenten. Juist daar werken mensen vaak noodgedwongen al integraler, omdat ze meerdere portefeuilles tegelijk beheren. “Ook in die gemeenten zit veel vernieuwingskracht. Elke gemeente kent wel een paar mensen die buiten de gebaande paden durven denken. Die willen we bij elkaar brengen om daarmee de gevestigde orde te veranderen.” Oosterhoff vult aan: “De kunst is om niet alleen te praten over geld, maar over waarde. Over hoe we de openbare ruimte kunnen gebruiken om maatschappelijke doelen te verbinden.”
Platform ISOR start in 2026 met een webinarreeks waarin de integrale financiering van de openbare ruimte centraal staat. Tijdens de webinarreeks gaan we het gesprek aan met deskundigen, beleidsmakers en praktijkprofessionals om samen inzicht te krijgen in de mogelijkheden én uitdagingen bij het financieren van de openbare ruimte. Van gebiedsontwikkeling tot beheer en van publiek-private samenwerking tot innovatieve bekostigingsmodellen: inzicht, inspiratie en handvatten wordt geboden voor iedereen die met deze opgave te maken heeft.
De webinarreeks is bedoeld voor iedereen die beroepsmatig betrokken is bij de financiering en inrichting van de openbare ruimte. Denk aan beleidsadviseurs, projectleiders, controllers, financials, strategisch adviseurs en managers bij gemeenten, maar ook aan professionals van kennisinstellingen en andere organisaties die betrokken zijn bij stedelijke ontwikkeling en beheer.
Eind 2025 maken we het inhoudelijke programma bekend. Heb je interesse in deelname, geef dan aan naar welke vraagstukken in het bijzonder jouw aandacht uitgaat en neem contact met ons op. Stuur een mail naar Feline van Bakel.